Lilian Kuipers – manager behandelzaken en psychiater
Lilian Kuipers is manager Behandelzaken en psychiater bij Inforsa. Ze werkte in diverse ggz-instellingen en een tbs-kliniek, en is al enkele jaren werkzaam als pro Justitia rapporteur en psychiater in het Pieter Baan Centrum. Daarnaast is ze plaatsvervangend opleider bij het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie. Lees hier over haar ervaringen!
“In de zwakke lentezon zie ik hem lopen op het stationsplein voor Amsterdam Centraal: een roos in zijn hand, een lange jurk over een gehavende spijkerbroek met vlekken, zijn telefoon als speaker. Hij draait rondjes en danst op de opgewekte muziek. Af en toe zingt hij vol overgave mee met de woorden die ik niet kan verstaan. Lachend, intens genietend van de warme stralen op zijn gezicht zoekt hij soms oogcontact om vervolgens weer in zijn eigen wereld te verdwijnen. Mensen trekken haastig als een grauwe massa aan hem voorbij, hun ogen gericht op een telefoon of het doel in de verte dat ze willen bereiken. Met snelle stappen passeren ze hem, een enkeling kijkt verwonderd om. Twee parallelle werelden die tegelijkertijd twee uitersten vormen. Ik sta er even tussenin, net zoals een aantal jaar geleden.
Ooit ging ik op zoek naar mensen als hij. Als aios psychiatrie in de bemoeizorg fietste ik door de stad, onderweg naar ‘verwarde personen’ die werden aangemeld door GGD of politie, en die verbleven in verlaten boten, vervuilde kraakpanden en verwaarloosde appartementen. Ik bezocht obscure opvanglocaties zo donker dat mijn ogen er moesten wennen aan het duister en zelfs de paradijsvogels er geen kleur meer hadden. Vaak was ik vooral gericht op wat hen mankeerde, zag ik wat er ontbrak aan het plaatje, zoals een kleurplaat waarop nog te veel wit te zien was of waar buiten de lijntjes was gekleurd. Als jonge dokter redeneerde ik vanuit door mij waargenomen beperkingen en afwijkingen van de norm. Met alle goede bedoelingen probeerde ik te sturen op een levensinvulling die meer gelijkenis vertoonde met die van mezelf en de rest van de massa.
Maar juist in dat jaar leerde ik, terwijl ik door de stad fietste, ook anders te kijken naar de mensen die ik ontmoette. Ik voerde de mooiste gesprekken op de lelijkste plekken, bijvoorbeeld in het ernstig vervuilde appartement van een kunstschilder die kampte met chronische psychotische klachten. De ramen vet en besmeurd, overal as, peuken en brandplekken op de vloer, een vergeeld matras dat dienstdeed als bed en bank tegelijk. Tassen vol vuilnis in de kleine keuken, lege blikjes en etensresten op het aanrecht. Het leek hem niet te deren. Vol trots toonde hij me zijn platencollectie, liet me prachtige muziek uit andere tijden horen en na een paar weken kwamen ook zijn zelfgemaakte schilderijen aan bod die onder een dikke laag stof in de hoek van de kamer stonden. Door met hem te spreken over esthetiek en de waarde van kunst zag ik hem veranderen in een trotse man en merkte ik dat hij anders naar zichzelf en zijn leefomgeving ging kijken. Na een aantal weken hingen zijn werken aan de muur en zag ik dat hij weer door de ramen naar buiten kon kijken.
Ik herinner me ook de vrouw die haar hele huis en al haar meubels paars had geschilderd, de kleur van stilte en spiritualiteit, zo vertelde ze me. In haar paarse wereld voelde ze zich veilig en gesteund door de geesten en entiteiten om haar heen die haar vertelden over het verleden en de toekomst. Dat ik haar voorhield dat er naar mijn mening sprake was van een psychose en ik haar voorstelde medicatie te gaan gebruiken, leidde in onze gesprekken geregeld tot discussie. Zij voelde zich beschermd door de stemmen om haar heen, buiten haar paarse domein was ze angstig en onrustig. Dat haar koelkast vaak leeg bleef en ze amper nog mensen sprak, kon haar niet deren. Op de laatste dag van mijn stage bezocht ik haar een laatste keer. Tijdens het afscheid pakte ze mijn hand en keek me aan: ‘Het leven zal jou veel moois brengen maar ook grote tegenslag. Blijf je hart volgen en blijf de mensen zien zoals ze op je pad zullen komen.’ De intensiteit waarmee ze me aankeek en de oprechtheid van haar contact raakten mij diep en zijn mij altijd bijgebleven. Vanuit haar wereld had ze het beste met mij voor en haar boodschap was echt, ongeveinsd ondanks mijn twijfels over haar belevingen en onze verschillen over ‘realiteit’.
Het vinden van de balans tussen verdieping van beleving of daarin verloren raken, maar ook tussen conformeren en verlies van identiteit is moeilijk. Het is aan ons, psychiaters, om mensen te helpen dat evenwicht te vinden, dat voor ieder anders zal liggen, in plaats van te sturen op afleren van gedrag of het aanleren van een rol die de ander niet past. Het denken vanuit beperkingen schept afstand, verkleint mogelijkheden voor samenwerking en het werken aan een waardevolle, gelukkige toekomst.
Als ik goed kijk, zie ik dat de paradijsvogel hier voor het station nu misschien het gevoel van geluk dichter benadert dan veel van de passanten om hem heen. Ik hoop dat er iemand is die met hem meeloopt, die hem helpt en steun biedt als zijn expressie dreigt door te slaan in grenzeloosheid en probleemgedrag. Iemand die zijn kleur waardeert, maar ook zorgt voor balans als hij uit evenwicht dreigt te raken, zodat hij nog lang kan genieten van de zon op zijn gezicht.”