Comeback

“En Herman is vandaag met Mark naar de visboer gelopen!”  

Achter dit onbeduidende zinnetje gaat een hele wereld schuil. Een wereld van pijn, verwardheid, verdriet, jarenlange opname, agressie, uitstoting en uiteindelijk langdurige afzondering. Begeleiders en behandelaren durfden Herman niet meer ‘gewoon te benaderen. Vanuit de deuropening, en dan nog met een barricade tussen Herman en de ander, werd het gesprek gevoerd.  

Herman is verreweg de oudste man van de KIB. Met zijn 63 jaar, rustige, vriendelijke manier van voorkomen en elke dag schone sokken in zijn gezondheidssandalen valt hij op tussen de overwegende jonge populatie op sneakers.  

In aanvang werd Herman op zijn kamer begeleid. Op de afdeling waren te veel prikkels en in Herman zat nog te weinig vertrouwen in de goedheid van de mens. Begeleiders en behandelaren op de KIB zijn moedig en kunnen veel, maar ze zijn niet naïef. Hermans dossier is dik en loog er niet om.  

Geduld, aandacht en tijd zorgden ervoor dat Herman stukje bij beetje zijn kamer uit kon komen. Het langdurige isolement had hem schuchter en aarzelend gemaakt. Zijn stappen onzeker 

Even vreesden we dat een fikse blaasontsteking, waar zelfs een katheter aan te pas moest komen, hem terug zou laten vallen, maar niets was minder waar: Herman bleef recht op koers richting buitenwereld. 

Hij zat trots en stralend tussen zijn twee broers bij zijn eigen behandelplanbespreking. “Dat was in al die jaren nog nooit vertoond,” spraken de beide broers vol bewondering. 

Zijn baard mocht er afgeschoren worden, pontificaal midden in de huiskamer met een handdoek om. Zijn haar werd geknipt door een kundige begeleider. Nu nog een nieuw gebit (Mijn ondergebit heb ik kapotgeknepen en het bovengebit ingeslikt, geloof ik, het zal nog wel ergens zitten”) en Herman oogt vele jaren jonger. 

De eerste schreden naar buiten gingen dus naar de visboer. “Een moot gebakken vis” repeteerde hij op de afdeling.  

Bloemen, een fanfare en juichende mensen langs de kant waren helemaal niet gek geweest om deze mijlpaal te vieren. Onze schouderkloppen en complimenten laten hem stilletjes glunderen. 

Toen ik van de week de afdeling op liep zat Herman achter de computer, alsof dit de gewoonste zaak van de wereld was. Zijn eigen computer die hij ooit had bezat was 10 keer zo groot geweest en had hij nog in het guldentijdperk gekocht.  

Een medepatiënt staat grijnzend naast hem en lijkt hem wegwijs te maken in de nieuwe wereld.  ‘Wat aardig dat hij hem helpt denk ik nog naïef.  

Nog net zie ik dat ze het zoekwoord ‘vagina’ingetypt hebben voordat ze de pagina wegklikken. 

Herman komt er wel, ik heb er alle vertrouwen in.